HP streeft naar een wereld waarin voor zijn producten en activiteiten gebruik wordt gemaakt van materialen en chemicaliën die geen schade veroorzaken. We gaan op een wetenschappelijke manier te werk om te beoordelen wat de mogelijke gevolgen voor de volksgezondheid en het milieu zijn van stoffen die worden gebruikt bij het maken van HP-producten. We werken samen met onze leveranciers om kennis en aanbevolen werkwijzen op het gebied van gezondheid en veiligheid te verbeteren. 


Ruim twee decennia hebben we ons ingezet om ervoor te zorgen dat de elektronica-industrie zou overstappen op veiligere alternatieven voor zorgwekkende stoffen. We beoordelen gepubliceerde lijsten met zorgwekkende stoffen, de voorkeuren van klanten, nieuwe of toekomstige wettelijke vereisten en een degelijke wetenschappelijke analyse die een mogelijk effect op de volksgezondheid of het milieu aan het licht brengt. Deze aanpak verbetert ook de circulariteit doordat de herbruikbaarheid en recyclebaarheid van onze producten toeneemt. 


In het HP-beleid voor materialen en chemicaliën wordt uitgelegd hoe we het gebruik van materialen en chemicaliën in producten, verpakkingen en productieprocessen specificeren. Dit beleid geldt voor alle werknemers en bedrijfsonderdelen van HP over de hele wereld en voor leveranciers van HP. 


In 1998 hebben we onze algemene milieuspecificaties (GSE, General Specification for the Environment) ontwikkeld. Deze omvatten een volledig overzicht van materiaalbeperkingen voor producten, verpakkingen en chemicaliën voor het productieproces. De GSE gaat verder dan de wereldwijde wettelijke vereisten en wordt jaarlijks bijgewerkt. HP verbindt zich ertoe alle toepasselijke wet- en regelgeving na te leven, met inbegrip van materiaalbeperkingsvereisten van de RoHS-richtlijn (Restriction of Hazardous Substances) voor beperking van gevaarlijke stoffen. 


Bij het onderzoeken van veiligere alternatieven voor materialen die momenteel worden gebruikt, hanteren we een voorzorgsbeginsel, gebruiken we de publicatie 'A Framework to Guide Selection of Chemical Alternatives' van de National Academy of Sciences en integreren we de methode 'GreenScreen® for Safer Chemicals'. Als onderdeel van ons proces voor de ontwikkeling van nieuwe producten screenen we alle bestanddelen in door HP samengestelde inkten volgens de GreenScreen-methode. 


Wij dragen ook bij aan normen, wetgeving en een betere aanpak voor het gebruik van materialen in de IT-sector. In 2021 hebben wij het Toward Zero Exposure-programma van het Clean Electronics Production Network (CEPN) van Green America ondertekend om werknemers te beschermen tegen chemische gevaren in de toeleveringsketen van de elektronicasector. 


We innoveren voortdurend om het gebruik van zorgwekkende stoffen terug te dringen. Enkele hoogtepunten van 2021: 

  • 83% van de personal systems-series is halogeenarm.1 
  • 45% van de EPEAT®-geregistreerde personal systems bevat weekmakers en vlamvertragers met GreenScreen Benchmark-score 2 of 3.2 
  • Ongeveer 79% van de InkJet-printers is zonder USB-kabel verzonden en veel andere printers hadden een kortere kabel, waardoor ongeveer 34 miljoen meter aan kabel is vermeden. 

Bekijk belangrijke mijlpalen in onze tijdlijn voor groene chemie op https://h20195.www2.hp.com/V2/getpdf.aspx/c06048911.pdf. 


Ga voor een exemplaar van het HP-beleid voor materialen en chemicaliën naar https://h20195.www2.hp.com/V2/GetDocument.aspx?docname=c05354207. 


Meer informatie over de algemene milieuspecificaties van HP vindt u op http://www.hp.com/go/sustainability_gse. 


Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte over duurzaamheid in HP's duurzaamheidsrapport van 2021 op www.hp.com/go/report. 

1 Dit is het percentage productseries met productmodellen met halogeenarme printplaten en kunststofonderdelen die meer dan 25 gram wegen. 

2 Voor 2021 hebben we de berekeningsmethode voor dit gegevenspunt verbeterd om het aantal EPEAT®-geregistreerde productmodellen weer te geven waarvoor weekmakers en vlamvertragers met GreenScreen Benchmark (BM)-score 2 of 3 zijn gebruikt, gedeeld door het totale aantal EPEAT®-geregistreerde productmodellen. Bij de vorige berekeningsmethode werd elke product-landcombinatie geteld waarvoor weekmakers en vlamvertragers met GreenScreen BM-score 2 of 3 worden gebruikt. Volgens de herziene methode bedraagt het cijfer voor 2020 34% (in plaats van de eerder gerapporteerde 49%).